Banden en bijbehorende onderdelen verwijderen, inspecteren en vervangen
In dit artikel lees je hoe je een band van een velg verwijdert, hoe je het velglint, de binnenband en de band inspecteert en hoe je deze onderdelen vervangt.
Lees het hele artikel en bekijk de video, voordat je bepaalt of je over de nodige technische vaardigheden en gereedschappen beschikt om deze werkzaamheden uit te voeren. Je moet bij twijfel deze werkzaamheden door een professionele fietsenmaker laten doen of laten controleren.
Pogingen om deze werkzaamheden uit te voeren zonder de nodige technische vaardigheden en gereedschappen kunnen leiden tot defecten aan onderdelen en ernstig of fataal letsel. Ga naar https://radpowerbikes.eu/pages/rad-service voor hulp bij het vinden van een vakman bij je in de buurt, die deze werkzaamheden kan uitvoeren of je werk kan controleren.
Dit artikel gaat ervan uit dat je het wiel van je fiets al hebt gedemonteerd. Raadpleeg voor instructies voor het verwijderen van een wiel, het desbetreffende artikel:
- Voorwiel met snelspanhendel verwijderen en monteren
- Achterwiel bij een e-bike met versnellingen verwijderen en monteren
Bereid je voor
Verzamel wat je nodig hebt:
- Een pomp voor autoventielen en een drukmeter,
- Ten minste twee bandenlichters (wij adviseren stevige kunststof bandenlichters met een uiteinde dat aan een spaak kan worden gehaakt),
- Alle vervangende onderdelen die je nodig hebt, zoals een vervangende binnenband, buitenband en/of velglint,
- Een dunne inbussleutel of een soortgelijk voorwerp om de luchtdruk uit de band af te laten, en
- Nitril handschoenen (eventueel)
Nitril handschoenen of soortgelijke beschermende handschoenen houden je handen schoon en vormen een bescherming tussen je handen en de remschijf.
Raak de remschijf niet aan; deze heeft scherpe randen en kan ernstig letsel veroorzaken. Door het aanraken van de remschijf of de remblokken met de blote huid kan ook huidvet op de remschijf achterblijven. Huidvet of andere smeermiddelen kunnen de remwerking verminderen. Wij adviseren je om beschermende handschoenen te dragen als je in de buurt van het remsysteem werkt.
De band van de velg verwijderen
- Draai het ventieldopje van het autoventiel.
- Laat de lucht uit de band lopen. Duw het pennetje in het ventiel naar beneden om lucht uit de band te laten (je kunt hiervoor een dunne inbussleutel of iets dergelijks gebruiken). Knijp in de band om zoveel mogelijk lucht uit de band te persen.
- Maak de band los van de velgrand. Druk rondom op de band ter hoogte van de velgrand om de hiel van de band los te maken van de velgrand. De hiel van de band moet rondom los zijn van de velgrand.
- Plaats het wiel met het ventiel aan de onderzijde.
- Steek de bandenlichters onder de hiel van de band. Steek aan de bovenkant van het wiel, bij één van de spaken aan de zijde die naar je is toe gericht, het gebogen uiteinde van de bandenlichter met de holle zijde naar boven tussen de velgrand en de hiel van de band. Plaats op dezelfde wijze een tweede bandenlichter dicht bij de eerste.
- Druk het uiteinde van beide bandenlichters in de richting van het wiel om de hiel van de band over de velgrand te wippen.
- Haak een van de bandenlichters aan een spaak. Schuif de andere bandenlichter bij de eerste bandenlichter vandaan over de velgrand om die zijde van de band los te maken.
- Trek de binnenband aan de zijde tegenover het ventiel uit de buitenband. Als dit moeizaam gaat, laat dan meer lucht uit de binnenband lopen.
- Druk het ventiel uit de velg en verwijder de binnenband.
- Trek de band van de velg.
Het velglint inspecteren
Het velglint is een strook materiaal dat rondom aan de binnenkant van je velg ligt en de spaakgaten en -nippels afdekt om de binnenband te beschermen tegen mogelijk scherpe randen.
- Controleer of het velglint alle spaaknippels bedekt. Het velglint mag maar één gat hebben en dat gat moet over het ventielgat in de velg worden geplaatst.
- Controleer of het velglint strak genoeg zit om op zijn plaats te blijven zelfs bij het verwijderen of monteren van de band of wanneer je met je hand tegen het velglint drukt.
Als het velglint los zit of niet alle spaakgaten bedekt, moet het lint worden vervangen. Verwijder het defecte velglint met behulp van een van de bandenlichters.
Fietsen op wielen met een los of onjuist geplaatst velglint dat niet alle spaakgaten bedekt, kan het risico op een lekke binnenband vergroten en ernstig of fataal letsel tot gevolg hebben. Vervang losse of anderszins defecte velglinten.
Vervang het velglint zo nodig
Een defect velglint moet altijd worden vervangen. Je kunt voor een vervangend velglint met het wiel naar een plaatselijke fietsenwinkel gaan voor advies over opties, waaronder eventueel velglinttape. Je plaatselijke fietsenwinkel kan je ook helpen bij het correct installeren van een vervanging.
Als je een vervangend velglint hebt, installeer dit dan als volgt:
- Plaats het ventielgat in het lint over het ventielgat in de velg.
- Houd het ventielgat in het velglint stevig op zijn plaats terwijl je de rest van het velglint op de velg trekt.
- Controleer de juiste plaatsing van het velglint. Als het ventielgat in het lint niet meer uitgelijnd is met het ventielgat in de velg, moet je het lint verwijderen en het opnieuw proberen. Als er spaaknippels zichtbaar zijn, centreer dan het velglint door het te verschuiven. Controleer of het velglint strak genoeg zit om op zijn plaats te blijven.
De binnen- en buitenband inspecteren
Als bij inspectie van het velglint blijkt dat dit defect was en de spaakgaten niet afdekte, ga er dan van uit dat je binnenband is beschadigd door schuren tegen de spaaknippels en dat je binnenband moet worden vervangen. Controleer de binnen- en buitenband in elk geval, ook als het velglint ok was.
- Controleer de binnenband op beschadigingen, vooral bij vermoeden van een lek. Als je lekken vindt, heb je een bandenreparatieset of een vervangende binnenband nodig. Als je de band gaat plakken, volg dan de instructies die bij de bandenreparatieset zijn geleverd.
- Controleer de buitenband zorgvuldig. Als je overmatige slijtage, uitstulpingen, kale plekken of scheuren vind, vervang de band dan. Als je een lekke band hebt gehad, controleer dan of er scherpe voorwerpen in de band zijn achtergebleven en verwijder ze.
De binnen- en buitenband monteren
- Pomp de binnenband een beetje op tot deze zijn ronde vorm krijgt. Je moet hem nog wel makkelijk kunnen vervormen. Leg hem opzij.
- Plaats de buitenband naast de velg. Zorg ervoor dat de pijl die de draairichting van de band aangeeft overeenkomt met de draairichting die op de remschijf is aangegeven.
- Plaats één zijkant van de band op de velg. Werk vanaf de kant van je wiel zonder remschijf en druk een kant van de band op de velg. De andere zijkant van de band mag nog niet op de velg geplaatst worden.
- Steek het ventiel van de binnenband door het velggat. Lokaliseer het ventielgat in de velg. Werk vanaf de zijde van het wiel zonder remschijf en plaats het gedeelte van de binnenband met het ventiel in de buitenband. Steek het ventiel door het velggat.
- Plaats de rest van de binnenband voorzichtig in de buitenband, via de opening tussen de buitenband en de velg.
- Druk de buitenband naar het midden van de velg om de binnenband in het velgbed te plaatsen. Je hebt nog steeds een zijkant van de band die nog niet op de velg is gemonteerd.
- Begin naast het ventiel en begin de losse zijkant van de band over de velgrand te knijpen. Mogelijk lukt het je om de hele buitenband met de hand volledig over de velgrand wippen.
- Als het laatste stukje te moeilijk is om met de hand te doen, moet je een bandenlichter gebruiken om het te voltooien. Dit moet zeer voorzichtig worden gedaan om te voorkomen dat de bandenlichter de binnenband afknelt en beschadigt. Plaats de bandenlichter met de holle kant naar beneden gericht over de velgrand en voorkom dat de binnenband wordt geraakt. Kantel de bandenlichter omhoog om de buitenband over de velgrand te wippen. Herhaal dit totdat de buitenband volledig op de velg is gemonteerd. Je vindt het hierbij misschien handig om het wiel tussen twee stevige steunen te klemmen.
- Aangezien de binnenband nog niet is opgepompt, kun je nog steeds de band samenknijpen om de plaatsing van het velglint onder de binnenband te inspecteren. Zorg ervoor dat het niet is verschoven en dat alle spaaknippels afgedekt zijn.
- Controleer de zijwangen van de band om er zeker van te zijn dat beide zijden van de band zich volledig in de velg bevinden.
Pomp de band op
Als je banden met een speciale anti-leklaag hebt gemonteerd, heeft dit invloed op de oppompmethode en de bandenspanning. Raadpleeg de instructies voor die anti-leklagen voordat je verder gaat met oppompen. Als je Tannus-binnenbandpantsers hebt gekocht, raadpleeg dan deze bronnen:
- Begin langzaam je band weer op te pompen. Wanneer de drukmeter druk begint aan te geven (bij ongeveer 10 PSI/0,6 bar), controleer dan nogmaals of de hiel van de buitenband zich aan beide zijden van de band nog volledig in de velg bevindt.
Opmerking: De "hiel" van een band is de stugge rand aan het uiteinde van de wang, waarin metaaldraad is verwerkt en die door een goed opgepompte binnenband in de velgrand wordt gedrukt, zodat de band stevig op zijn plaats wordt gehouden (zie de oranje delen van de band in de doorsnedetekening). Wanneer de hiel van de band volledig en gelijkmatig in de velgrand zit, wordt dit "volledig aanliggen" genoemd. - Pomp de band op tot de bandenspanning die op de wangen van de band staat vermeld. De bandenspanning kan zijn aangegeven in "PSI" (pond per vierkante inch) of in "bar". Verwar dit niet met de TPI-waarde (gangen per inch) of andere eenheden.
KENNISGEVING VOOR KLANTEN VAN RADWAGON 4:
Sommige RadWagon 4 banden vermelden een PSI van 55-65 op hun zijwanden.
Wanneer deze banden op de RadWagon worden gebruikt, kan de minimale druk lager zijn dan 55 PSI.
De minimale PSI voor deze RadWagon 4 banden is 35 PSI (2,4 bar) en de maximale PSI is 65 PSI (4,48 bar). We raden een PSI van ongeveer 40 PSI (ongeveer 2,8 bar) aan voor reguliere berijders-/vrachtgewichten en rijomstandigheden, maar volg het advies in dit artikel om uw bandenspanning af te stemmen op uw laadvermogen en voorkeuren.
Bij alle banden staat de maximum bandenspanning op de wangen van de band. OVERSCHRIJD DEZE WAARDE NOOIT. Bij veel banden staat ook de minimum bandenspanning op de wangen. Ongeacht of de minimum bandenspanning vermeld is of niet, je moet je banden visueel controleren voordat je gaat fietsen om er zeker van te zijn dat ze niet te zacht zijn opgepompt.
Om je bandenspanning te controleren, ga je op je e-bike zitten met eventuele bagage die je vervoert (overschrijd het maximale draagvermogen van je e-bike niet; deze staat vermeld in de gebruikershandleiding). De banden moeten redelijk rond blijven. Als aanzienlijk vervormen, zijn ze te zacht en loop je het risico dat de velg de binnenband afknelt (bijvoorbeeld als je over een hobbel, door een kuil of iets dergelijks rijdt), waardoor de binnenband beschadigd kan raken en je een lekke band kunt krijgen.
Een maximaal opgepompte band blijft bol, zelfs met berijder en bagage op de fiets.
Een tot minimum opgepompte band behoudt nog steeds een enigszins ronde vorm met de berijder en de bagage op de fiets, maar heeft voldoende druk om te voorkomen dat de binnenband afgekneld raakt.
Een te zachte band verliest zijn ronde vorm met berijder en bagage op de fiets.
Een te zacht opgepompte band kan teveel worden samengedrukt vooral als je over een bult of door een kuil rijdt, waardoor het risico op een lekke band door afknelling bestaat.
Opmerking: Door je banden op te pompen tot een relatief hoge spanning (maar niet verder dan de maximale spanning), wordt het fietsen efficiënter, hoewel een beetje hobbeliger, en blijven je banden langer binnen een acceptabele druktolerantie (alle banden verliezen na verloop van tijd zeer langzaam luchtdruk ). Het oppompen van je banden tot een lagere spanning kan het veercomfort verhogen en je iets meer grip geven, maar het fietsen zal iets meer inspanning vereisen.
Als banden te hard worden opgepompt, kunnen ze barsten, wat mogelijk ernstig of fataal letsel tot gevolg kan hebben. Een te lage bandenspanning verhoogt de slijtage van je banden en verhoogt het risico op een lekke band, wat mogelijk kan leiden tot ernstig of fataal letsel. Pomp je banden nooit op tot boven de maximale spanning die op de wangen van de banden staat vermeld, en pomp banden nooit zo weinig op dat ze niet grotendeels rond blijven als je op je fiets zit.
-
Als de voorgeschreven bandenspanning is bereikt, monteer dan het ventieldopje en controleer nogmaals of beide zijden van de band rondom gelijkmatig aansluiten in de velg. Als de hiel van de band niet rondom gelijkmatig achter de velgrand zit, kun je de band leeg laten lopen en opnieuw oppompen, en/of de band in de velgrand aandrukken nadat de band lichtjes met wat zeepwater is besproeid. Zie het artikel "De hiel van de band correct monteren" voor meer informatie. Een andere optie is om met het wiel een plaatselijke fietsenmaker om advies te vragen.