RadRunner Gids voor vervanging van de regeleenheid
De regeleenheid vormt het "brein" van de e-bike en verbindt en regelt alle andere elektrische componenten. De regeleenheid kan vervangen worden als Rad Power Bikes Productondersteuning heeft vastgesteld dat deze beschadigd is of niet functioneert.
Als je er niet zeker van bent dat je alle stappen met succes en veilig kunt uitvoeren, raden we je aan het werk te laten uitvoeren door een gerenommeerde fietsenmaker.
Verzamel het benodigde gereedschap:
- 3 mm- en 4 mm-inbussleutels
- 8 mm ring- of steeksleutel,
- Zijkniptang,
- Een paar nieuwe kabelbinders, en
- De vervangende regeleenheid van Rad Power Bikes.
Volg de stappen onder de kopjes hierna om de regeleenheid op een RadRunner te vervangen.
Beschermplaat verwijderen
- Schakel de fiets uit, verwijder de accu en ontlaad de restspanning. Druk op de aan/uit-knop en gebruik de accusleutel om de slotcilinder op de accu naar de stand "uit en ontgrendeld" te draaien. Verwijder de sleutel, kantel de hendel van de snelsluiting opzij en verwijder vervolgens de accu. Houd de aan/uit-knop even ingedrukt om de restspanning te ontladen. Het display kan kort knipperen.
- Verwijder de kabelkap en leg deze opzij.
- Verwijder de bevestigingsbouten van de beschermplaat en leg de onderdelen opzij voor latere montage.
Controleer of de sleutel volledig in de boutkop is gestoken, houd de sleutel aangedrukt en draai langzaam om beschadiging van de boutkop te voorkomen.
- Verwijder de achterste bevestigingsbout, de borgmoer, de ring en het vulstuk van de beschermplaat. Gebruik een 4 mm-inbussleutel vanaf de bovenkant en een 8 mm-steeksleutel op de borgmoer onder de beschermplaat (bij de standaard).
- Verwijder de voorste bevestigingsbout, de borgmoer, de ring en het vulstuk van de beschermplaat. Steek een 4 mm-inbussleutel volledig in de boutkop vanaf de onderzijde van de beschermplaat (vlakbij de bocht in de plaat).
- Verwijder de achterste bevestigingsbout, de borgmoer, de ring en het vulstuk van de beschermplaat. Gebruik een 4 mm-inbussleutel vanaf de bovenkant en een 8 mm-steeksleutel op de borgmoer onder de beschermplaat (bij de standaard).
Toegang tot de regeleenheid
- Draai het stuur naar een kant en lokaliseer de kabelboom aan de voorzijde van de fiets. Duw de kabelboom voorzichtig door de bovenste kabelopening in de onderbuis om de kabel ruimte te geven.
- Maak de doorvoertule los uit de onderste kabelopening, die zich voor de trapas bevindt.
- Wees voorzichtig om te voorkomen dat de stekker losraakt terwijl deze nog in de buis zit. Trek de kabelboom voorzichtig uit de onderste kabelopening totdat de stekker uit de onderbuis is.
- Zet de fiets op een standaard of zet de fiets ondersteboven terwijl de rechter remhendel voor het achterwiel wordt ingeknepen. Wees voorzichtig om te voorkomen dat de beschermplaat het frame bekrast. Plaats de handvatten op de blokken om het display te beschermen.
Regeleenheid vervangen
- Verwijder de vier bouten op de beschermplaat met een 3 mm-inbussleutel
- Gebruik zijkniptang om kabelbinders door te knippen. Volg de motorkabel naar de stekker op de liggende achtervork en knip de kabelbinder door.
- Koppel de stekkers van de regeleenheid los door de stekkerhelften recht uit elkaar te trekken zonder ze te draaien. Wees voorzichtig om te voorkomen dat de stekkerhelft van de kabelboom in de frameopening valt.
Recycle de oude regeleenheid volgens de lokale voorschriften voor elektronica.
- Plaats de nieuwe regeleenheid waarbij de montagegaten van de onderzijde van de fiets af moeten zijn gericht en de motorstekker naar de achterkant van de fiets wijst.
- Sluit de kabelboomstekker aan bij de onderste kabelopening in de onderbuis. Let voor de aansluitwijze op de inkeping en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze recht in elkaar zonder ze te draaien.
- Sluit de stekker (inwendig geel) van de PAS-sensorkabel aan en plaats de kabel zo dat deze aan de zijde tegenover de ketting ligt. Let voor de aansluitwijze op de inkeping en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze recht in elkaar zonder ze te draaien.
- Sluit de stekker van de motor aan. Leid het uiteinde van de motorkabel naar beneden door het midden van het fietsframe en door het frame bij het achterwiel. Let voor de aansluitwijze op de inkeping en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze recht in elkaar zonder ze te draaien.
- Sluit de overige stekkers aan. Lokaliseer de bijbehorende stekkerhelften. Let voor de aansluitwijze op de inkeping en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze recht in elkaar zonder ze te draaien.
- Druk de kabelboomstekker door de rubberen doorvoertule. Controleer nogmaals of de stekker goed en stevig is aangesloten.
- Steek de kabelboomstekker via de onderste kabelopening in de onderbuis en druk de doorvoertule zorgvuldig in de kabelopening.
- Bevestig de kabels van de regeleenheid met kabelbinders en bevestig de motorkabel met een kabelbinder aan de achtervork zodanig dat de kabel geen contact kan maken met het achterwiel. Knip het overtollige deel van de kabelbinders af. Zorg ervoor dat de snede vlak is en dat er geen scherpe punten zijn die de kabelmantel kunnen beschadigen.
Beschermplaat monteren
- Monteer de beschermplaat te beginnen met de achterste bout bij de standaard. Controleer of er geen kabels in de weg zitten.
Wees voorzichtig om te voorkomen dat er tijdens de montage van de plaat krassen in de lak op de onderbuis ontstaan.
- Richt de beschermplaat op de regeleenheid zodanig dat de platte zijde naar de standaard wijst. Draai de vier bouten door de plaat in de schroefdraad van de bevestigingspunten. Draai met een 3 mm-inbussleutel de vier bouten telkens een slag per keer kruiselings gelijkmatig vast.
- Steek de achterste bevestigingsbout van de beschermplaat door de bevestigingssteun voor de standaard en het vulstuk. Steek de bout in het bevestigingsgat van de beschermplaat. Houd de bout tegen met een 4 mm-inbussleutel, schuif een sluitring over de bout en monteer de borgmoer met de hand.
- Schuif een veerring en een sluitring op de voorste bout. Steek de bout door de plaat en het vulstuk. Draai de bout voorzichtig ongeveer 3 tot 4 slagen in de schroefdraad op het frame.
- Draai beide bouten gelijkmatig vast door ze telkens na een paar slagen af te wisselen. Gebruik een 4 mm-inbussleutel om de achterste bout tegen te houden en een 8 mm-steeksleutel om de borgmoer vast te draaien. Gebruik een 4 mm-inbussleutel voor de voorste bout. Draai beide bouten vast met 5 Nm.
- Richt de beschermplaat op de regeleenheid zodanig dat de platte zijde naar de standaard wijst. Draai de vier bouten door de plaat in de schroefdraad van de bevestigingspunten. Draai met een 3 mm-inbussleutel de vier bouten telkens een slag per keer kruiselings gelijkmatig vast.
- Zet de fiets rechtop en controleer of de kabel voldoende ruimte heeft en het wiel vrij kan draaien.
- Controleer of alle kabels niet in contact kunnen komen met bewegende delen en monteer de kabelkap aan de voorzijde van de fiets.
- Plaats de accu weer en test de fiets volledig tijdens een proefrit.