De hiel van de band is de dikke rand van de band die contact maakt met de velg (hieronder weergegeven). De hiel van de band moet altijd goed aansluiten op de velg zonder zichtbare kieren, bulten of beschadigingen. Een goed gemonteerde bandhiel bevordert een veilige rit, houd de band in goede conditie door de binnenband te beschermen en helpt een lekke band tijdens het rijden te voorkomen.

Zijaanzicht van een wiel

Dwarsdoorsnede van een gemonteerde hiel

Controleer de hiel van de band regelmatig om er zeker van te zijn dat deze goed op de velg aansluit. Controleer de band tijdens het assembleren van de fiets, bij het vervangen van een binnenband, bij het monteren van een nieuwe buitenband, na een zware rit en voor elke rit.

Volg de onderstaande stappen om de hiel van de band te controleren en zo nodig opnieuw te plaatsen.

Je hebt nodig:

• Water en een milde zeepoplossing
• Poetspapier
• Een fietspomp met aansluiting voor autoventielen en een bandenspanningsmeter

1. Maak de fiets gereed voor onderhoud.Schakel de fiets uit, verwijder de accu en houd MODE (of de aan/uit-knop) ingedrukt om de restspanning te ontladen.
2. Inspecteer de hiel van de band rondom de velg. De hiel van de band moet aan beide zijden volledig zonder kieren aansluiten op de velgrand. De verdikking boven de hiel moet overal op gelijke afstand van de velgrand zitten en de binnenband mag niet zichtbaar zijn. Herhaal dit bij de andere band.
   
   • Als de bandhiel niet goed aansluit, ga dan verder met de volgende stap om de hiel correct te monteren.
   • Als de bandhiel correct gemonteerd is, plaats dan de accu weer en test de fiets volledig tijdens een proefrit.
3. Herstel zo nodig de montage van de bandhiel met behulp van de onderstaande stappen.
   1. Laat de lucht langzaam uit het bandventiel ontsnappen totdat de band bijna leeg is. Druk het pennetje in het ventiel voorzichtig met een inbussleutel in om lucht uit de binnenband te laten ontsnappen. Hierdoor krijgt de band wat ruimte.
   2. Breng op de gehele hiel van de band met poetspapier water met een milde zeepoplossing aan. Dit zorgt voor tijdelijke smering om de plaatsing van de bandhiel te herstellen.
      
   3. Druk de hiel van de band voorzichtig op zijn plaats totdat deze volledig op de velgrand aansluit. Zorg ervoor dat de binnenband niet bekneld raakt tussen de band en de velg. De hiel van de band moet de velgrand volgen, zoals hieronder wordt weergegeven. Controleer de andere kant van de band om er zeker van te zijn dat de hiel van de band goed blijft aansluiten.
      
   4. Pomp de banden lichtjes op (tot ongeveer 10-15 PSI/0,7-1 bar) en controleer vervolgens de hiel van de band om er zeker van te zijn dat deze nog steeds goed aansluit.
      • Als de bandhiel is verplaatst tijdens het oppompen, laat dan de band leeglopen, herhaal stap 3 om de montage van de hiel te herstellen en pomp de band weer op.
      • Als de hiel goed gemonteerd blijft bij 10-15 PSI/0,7-1 bar, ga dan verder met de volgende stap om de band volledig op te pompen.
   5. Pomp de banden op tot de bandenspanning die op de wang van de band staat vermeld. Pomp banden niet te hard op.
      

      De banden moeten worden opgepompt tot de aanbevolen spanning die op de wang van de band staat vermeld. Pomp je banden niet te hard of te zacht op. Controleer altijd je bandenspanning voor elke rit.

   6. Controleer de hiel van de band regelmatig om er zeker van te zijn dat deze goed op de velg zit.
      
      • Als de hiel niet correct gemonteerd kan worden of beschadigd lijkt, neem dan contact met ons op voor hulp.
      • Als de bandhiel correct gemonteerd is, plaats dan de accu weer en test de fiets volledig tijdens een proefrit.