Gids voor het testen van de stuurbevestiging
Dit artikel laat je (of je fietsmonteur) zien hoe je kunt testen of de stuurpen goed vastzit met een stuurweerstandstest. Het uitvoeren van een stuurweerstandstest is een belangrijke veiligheidscontrole om er zeker van te zijn dat je stuurpen stevig vastzit aan de voorvork (de binnenbalhoofdbuis) van de fiets.
Volg de onderstaande instructies om een weerstandstest uit te voeren en om hoe je stuurpenklembouten vast moet draaien in het onwaarschijnlijke geval dat de stuurpenklem te los is.
Als je er niet zeker van bent dat je alle stappen met succes en veilig kunt uitvoeren en/of niet over het juiste gereedschap beschikt, raden we je aan het werk te laten uitvoeren of controleren door een gerenommeerde fietsenmaker.
Voer eerst een stuurweerstandstest uit om te controleren of de stuurpenklem goed vastzit.
Stuurweerstandstest
- Maak de fiets gereed voor de test (en onderhoud). Schakel de fiets uit, verwijder de accu en houd MODE (of de aan/uit-knop) ingedrukt om de restspanning te ontladen.
- Lokaliseer de stuurpen. De stuurpen is het gedeelte van je fiets dat het stuur verbindt met de voorvork of beter de binnenbalhoofdbuis, het deel van de voorvork dat door de balhoofdbuis van het frame loopt. Het is belangrijk dat de klembouten van de stuurpen worden vastgedraaid met het aanbevolen aanhaalmoment dat staat vermeld in je gebruikershandleiding (HIER beschikbaar) om ervoor te zorgen dat de stuurpen stevig aan de voorvork is bevestigd. Dit zorgt ervoor dat de besturing naar behoren werkt, zodat de fiets veilig is.
- Stuurweerstandstest uitvoeren:
- Blokkeer het voorwiel. Ga voor de fiets staan en klem het voorwiel vast tussen je voeten en onderbenen.
- Probeer het stuur te draaien. Grijp beide handvatten van het stuur vast en druk met één hand naar voren terwijl je met de andere hand naar achteren trekt. Duw en trek met een kracht van ongeveer 9 kg met elke hand.
- Herhaal de weerstandstest in tegengestelde richting waarbij de andere hand duwt of trekt met een kracht van ongeveer 9 kg. Controleer of het stuur en het voorwiel nog steeds correct zijn uitgelijnd.
- Controleer op speling of veranderingen in de uitlijning van de stuurpen ten opzichte van het voorwiel. Als de uitlijning van de stuurpen gewijzigd is, volg dan de instructies in het volgende gedeelte om beide bouten goed aan te draaien.
Opmerking: Bij de RadMini, controleer of er speling optreedt net boven de balhoofdbuis van het frame bij de stuurpenverlenger. Een zeer geringe speling bij de snelspanhendel van het RadMini-stuur is normaal en kan worden verwacht.
Op elke fiets kunnen bouten en andere bevestigingsmiddelen lostrillen tijdens de verzending en na verloop van tijd bij normaal gebruik. Controleer voor elke rit of alle fietsonderdelen en bevestigingen goed en op het voorgeschreven aanhaalmoment zijn vastgedraaid en laat je fiets regelmatig onderhouden door een gerenommeerde fietsenmaker.
- Blokkeer het voorwiel. Ga voor de fiets staan en klem het voorwiel vast tussen je voeten en onderbenen.
Stuurpenklembouten correct vastdraaien
Je hebt nodig:
- Een set inbussleutels
- Een momentsleutel met een set inbusbits
- Vet
Opmerking: Bij de meeste fietsmodellen moet een 5 mm-inbussleutel worden gebruikt, maar de boutmaten kunnen bij bepaalde modellen afwijken. Gebruik altijd passend gereedschap voor de bouten van je fiets. Druk de sleutel volledig in de boutkop en draai langzaam om schade te voorkomen.
- Draai de klembouten van de stuurpen los en verwijder ze.
- Zoek de inbussleutel die op de stuurpenklembouten van jouw model past.
- Draai de bouten afwisselend telkens een halve slag per keer los, te beginnen met de bovenste bout , totdat je ze beide kunt verwijderen. Houd de bouten onder handbereik voor de hermontage..
- Zet de stuurpen recht en monteer de stuurpenklembouten.
- Lijn de stuurpen uit zodat het stuur haaks op het voorwiel staat.
- Bereid de bouten voor. Zorg ervoor dat er op elke bout een veerring zit en breng een kleine hoeveelheid vet aan op de schroefdraad van de bout.
- Monteer de stuurpenklembouten en draai ze vast totdat de bouten de zitting in de klem raken en je wat weerstand voelt. Gebruik vervolgens een momentsleutel om de bouten gelijkmatig telkens een kwartslag te draaien en van bout te wisselen. Vervolg het vastdraaien door één bout een kwartslag aan te draaien en vervolgens de andere bout, totdat beide bouten gelijkmatig zijn vastgedraaid tot het aanbevolen aanhaalmoment dat in de gebruikershandleiding staat; deze kun je HIER downloaden.
- Controleer nog twee keer of de bouten goed zijn aangedraaid. Zodra de momentsleutel aangeeft dat beide bouten goed vastgedraaid zijn, moet elke bout ter controle nogmaals twee keer worden nagetrokken. Begin bij de bovenste bout en trek deze na tot het voorgeschreven aanhaalmoment dat in de gebruikershandleiding staat, ga dan verder met het natrekken van de onderste bout tot het voorgeschreven aanhaalmoment dat in de gebruikershandleiding staat. Herhaal dit nogmaals om het aanhaalmoment van elke bout te controleren.
- Herhaal de weerstandstest nogmaals. Als het stuur en de stuurpen t.o.v. het voorwiel kunnen draaien, stop dan met het gebruik van de fiets en neem contact op met Productondersteuning van Rad Power Bikes voor meer hulp.
- Bij een goed resultaat van de weerstandstest en er geen beweging in de stuurpen zit, zijn de bouten goed vastgedraaid.
- Lijn de stuurpen uit zodat het stuur haaks op het voorwiel staat.
- Plaats de accu weer, test de fiets volledig en laat je werk controleren door een gerenommeerde fietsenmaker.
LOSSE OF ONJUIST VASTGEDRAAIDE BEVESTIGINGEN KUNNEN VERLIES VAN CONTROLE, ONGEVALLEN, ERNSTIG OF FATAAL LETSEL VEROORZAKEN. Controleer voor elke rit of alle bevestigingen goed en op het voorgeschreven aanhaalmoment zijn vastgedraaid.