Een lekke achterband herstellen

Lekke band herstellen

1. Laat de lucht uit de binnenband lopen. Druk met de inbussleutel op het pinnetje in het ventiel om alle resterende luchtdruk af te voeren.

   Zorg ervoor dat alle lucht uit de binnenband is verwijderd voordat je de band van de velg verwijdert. Als je niet alle luchtdruk uit de binnenband aflaat, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.

2. Maak de hiel van de buitenband voorzichtig los van de velg. Gebruik de bandenlichters om de hiel van de band van de velg te wippen. Je kunt overal beginnen, maar niet bij het ventiel en zorg ervoor dat de band niet beschadigd raakt. Schuif de bandenlichter langs de velg om de hiel van de velg los te maken. Wip de hiel van de band over de velgrand met behulp van bandenlichters.
   
3. Verwijder de binnenband van de velg en uit de buitenband. Duw het ventiel van de binnenband uit het velggat en trek de binnenband van de velg en uit de band.
4. Inspecteer de binnenband, de buitenband en de velg. Pomp de binnenband op om de plaats van het lek te bepalen.
   
   Als er één lek in de binnenband zit, is dat waarschijnlijk ontstaan door een scherp voorwerp. Inspecteer de band om er zeker van te zijn dat het voorwerp dat de binnenband heeft doorboord, verdwenen is. Inspecteer eveneens de velg op beschadigingen.
   
   Als er twee gaten dicht bij elkaar zijn, is het waarschijnlijk een afknelling. Dit kan gebeuren als het wiel een object raakt (zoals een stoeprand of steen) en de binnenband tussen de buitenband en de velg afgekneld wordt.
5. Pomp de nieuwe of gerepareerde binnenband op. Pomp de binnenband net genoeg op zodat deze zijn vorm krijgt.
   
6. Monteer de band en binnenband op de velg. Leg een kant van de bandhiel om de velg en leid de binnenband in de buitenband. Steek vervolgens het ventiel in het velggat. Druk de tweede hiel van de buitenband in de velg.
   
7. Controleer of de hiel aansluit op de velgrand en controleer het wiel. Controleer, te beginnen bij het ventiel, de binnenband om er zeker van te zijn dat deze niet bekneld raakt tussen de buitenband en de velg. Gebruik in het uiterste geval bandenlichters om de hiel van de band volledig over de velgrand te wippen. Wees voorzichtig om te voorkomen de binnenband bekneld raakt. Controleer of de binnenband niet onder de buitenband uitsteekt en of de hiel van de buitenband volledig op de velgrand aansluit.
   
8. Pomp de binnenband iets op. Pomp de binnenband op en voer een laatste inspectie uit.

   Het is van cruciaal belang dat bij luchtbanden altijd de juiste bandenspanning wordt toegepast. Pomp je banden niet te hard of te zacht op. Door een te lage bandenspanning kan je de controle over de fiets verliezen en te hard opgepompte banden kunnen barsten. Het niet altijd aanhouden van de op luchtbanden aangegeven bandenspanning kan leiden tot defecten aan de band en/of het wiel. Pomp je banden op met een afgeregelde luchtdruk en gebruik een geschikte bandenspanningsmeter. Als je je banden oppompt met onafgeregelde persluchtdruk, kunnen ze te hard worden opgepompt, wat kan leiden tot een klapband

9. Monteer het wiel weer. Installeer de reactieringen op de as, waarbij de nokken naar buiten moeten wijzen. Gebruik zo nodig de eerder genomen foto als referentie. Trek het derailleurhuis terug en leid de ketting over het kleinste tandwiel. Centreer de remschijf tussen de remblokken in de remklauw en plaats het wiel in de vorkpads. Monteer de reactiearm in de oorspronkelijke stand en bevestig deze met de reactiearmbout. Monteer de asmoeren en draai ze vast met 40 Nm.
   
10. Sluit de stekker van de motor aan. Let voor de aansluitwijze op de stekkerpennen en externe pijlen op de stekkerhelften en schuif ze recht in elkaar zonder te draaien. Vervang de kabelbinder en knip het overtollige deel vlak boven de vergrendeling af.
11. Zet de fiets weer rechtop en pomp de band op. Pomp de band op tot de aanbevolen bandenspanning in PSI op de zijwand van de band.
12. Plaats de accu weer en test de fiets volledig tijdens een proefrit.