Gids voor vervanging van een remhendel

Last updated
Save as PDF

Volg deze gids om een remhendel op je fiets te vervangen als Rad Power Bikes Productondersteuning heeft beoordeeld dat deze beschadigd is of niet goed functioneert.

Deze gids laat zien hoe je de rechter remhendel vervangt, waarvoor je de draaigreep van de "Twist Power Assist" moet verwijderen. Als je de linker remhendel vervangt, hoef je de draaigreep van de "Twist Power Assist" niet te verwijderen.

Je hebt nodig:

Platte schroevendraaier
Schoonmaakalcohol
Poetspapier
Zijkniptang
3 mm-inbussleutel
5 mm-inbussleutel
Momentsleutel met inbusbits van 3 mm en 5 mm
Een paar kabelbinder
De vervangende remhendel van Rad Power Bikes

Handvat verwijderen

Maak de fiets gereed voor onderhoud. Schakel de fiets uit, verwijder de accu en houd MODE of de aan/uit-knop ingedrukt om de restspanning te ontladen.
Verwijder het handvat.
1. Verwijder de sluitdop. Gebruik een platte schroevendraaier om de sluitdop en het handvat te verwijderen.
2. Verwijder het handvat. Draai en trek het handvat van het stuur. Breng indien nodig een kleine hoeveelheid schoonmaakalcohol aan tussen de handgreep en het stuur als tijdelijke smering: steek de schroevendraaier voorzichtig tussen de stuurbuis en het handvat, wrik het handvat een beetje omhoog vanaf het stuur en gebruik dan een stuk poetspapier of een knijpfles om de schoonmaakalcohol in de spleet aan te brengen.
Verwijder de draaigreep van de "Twist Power Assist" (als je de rechter remhendel vervangt).
1. Maak de stekker van de Twist Power Assist los. Volg de kabel van de twist power assist naar de stekker. Knip de kabelbinder door en trek de stekkerhelften uit elkaar zonder te draaien.
2. Draai de klembout van de Twist Power Assist iets los. Draai de klembout van de twist power assist los m.b.v. een 3 mm-inbussleutel.
3. Verwijder de vulbus en daarna de Twist Power Assist. Schuif de vulbus en de twist power assist van het stuur en let daarbij op de opstelling van de vulbus, die fundamenteel is bij de hermontage.

Verwijder de oude remhendel

Lokaliseer de remklauw en ontspan de remkabel. De rechter hendel is verbonden met de remklauw achter en de linker hendel is verbonden met de remklauw voor. Gebruik een 5 mm-inbussleutel en draai de klembout van de remkabel één volledige slag los.
Zet de sleuven in de stelschroef, de borgmoer en de remhendelklem op één lijn. Draai de stelschroef en de borgmoer totdat de sleuven op een lijn staan met de sleuf op de remhendelklem.
Verwijder de remkabel uit de remhendelklem. Trek de remkabel uit de remhendelklem. Knijp de remhendel in en maak de remkabelnippel los uit de remhendel.
Maak de remstekker los. Volg de kabel vanaf de hendel naar de stekker en trek de stekkerhelften zonder te draaien recht uit elkaar.
Verwijder de oude remhendel.Draai de klembout van de remhendelklem los m.b.v. 5 mm-inbussleutel, schuif vervolgens de hendel van het stuur en recycle het onderdeel volgens de lokale voorschriften.

Nieuwe remhendel installeren

Installeer de nieuwe remhendel. Schuif de nieuwe remhendel op het stuur en zet deze onder dezelfde hoek als de andere remhendel. Draai de bout met de hand in de schroefdraad en gebruik vervolgens een 5 mm-inbussleutel om de bout vast te draaien. Draai de bout vast met 6 Nm.
Sluit de remkabel aan. Let voor de aansluitwijze op de inkepingen en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze in elkaar zonder te draaien.
Sluit de remkabel aan op de nieuwe hendel.
1. Zet de sleuven op de stelschroef, borgmoer en remhendelklem op een lijn.
2. Knijp de remhendel in, zodat het aansluitoog voor de remkabelnippel bereikbaar wordt. Steek de remkabelnippel in het oog en leid de kabel door de sleuven aan de voorzijde van de remhendelklem, de borgmoer en de stelschroef.
3. Druk de buitenkabel van de remkabel in het holle uiteinde van de stelschroef.
4. Verdraai de stelschroef en de borgmoer iets om de kabel op zijn plaats te houden. Draai de borgmoer op de stelschroef tot tegen de remhendelklem om de stelschroef te borgen.
Span de remkabel. Trek de remklauwarm aan en trek het uiteinde van de remkabel aan en gebruik een 5 mm-inbussleutel om de kabelklembout vast te draaien. Draai de bout vast met 6 Nm.
Knijp een paar keer in de remhendel, zodat de remkabel zich kan zetten en test de afstelling van de remkabel. De remhendel moet zo zijn afgesteld dat de remblokken de remschijf raken, als de remhendel halverwege de slag tussen de ruststand en het handvat staat. Als de ingeknepen remhendel zich te dicht bij het handvat bevindt, zoals hieronder weergegeven, zet dan de remkabel strakker om de afstand tussen de hendel en het handvat te vergroten.
Maak kleine aanpassingen aan de remafstelling als de remhendel te dicht bij het handvat zit.
1. Draai de stelschroef op de remhendel of op de remklauw uit om de remkabel strakker te zetten en draai vervolgens de borgmoer weer vast om de stelschroef te borgen.
  
  Stelschroef op remhendel:
  
  Stelschroef op remklauw:
2. Test de rem door de hendel in te knijpen om te controleren of de ruimte tussen de hendel en het stuur groter is geworden.
3. Herhaal deze handelingen om de juiste afstelling van de remkabel te bereiken, waarbij de remhendel zo is afgesteld dat de remblokken de remschijf raken, als de remhendel halverwege de slag tussen de ruststand en het handvat staat.
Maak grotere aanpassingen aan de remafstelling als de remhendel nog te dicht bij het handvat zit. Als het verstellen van de stelschroeven de remkabel niet strak genoeg zet om een goed gevoel in de remhendel te krijgen, pas de spanning dan aan bij de remklauw m.b.v. een inbussleutel.
1. Draai eerst de stelschroeven op de remhendel en de remklauw terug.
  
  Opmerking: Hierdoor wordt de kabelspanning direct losser, maar als je de kabelspanning hebt aangepast zoals in de onderstaande stap wordt beschreven, kun je de kabel nog fijnafstellen met de stelschroef (en zonder gereedschap) als de kabels door gebruik na verloop van tijd iets uitrekken.
2. Gebruik een 5 mm-inbussleutel om de kabelklembout op de remklauw iets los te draaien (maar niet te verwijderen). Trek de kabel strak, schuif de remklauwarm iets verder op de kabel en draai de bout vast.
3. Test de rem, herhaal de afstelling zo nodig en draai de bout vast met 6 Nm.
Installeer de "Twist Power Assist"-draaigreep weer als deze was verwijderd.
1. Schuif de Twist Power Assist en de vulbus op het stuur. De vulbus moet op de juiste wijze tussen de Twist Power Assist en het handvat worden gemonteerd om de fiets veilig te laten werken. Draai de klembout vast met een 3 mm-inbussleutel. Draai de bout vast met 3 Nm.
2. Sluit de stekker van de Twist Power Assist aan. Let voor de aansluitwijze op de inkepingen en pennen (en externe pijlen) op de stekkerhelften en schuif ze in elkaar zonder te draaien.
Monteer het handvat. Richt het handvat zo dat het smallere uiteinde naar het midden van de fiets wijst. Breng een kleine hoeveelheid schoonmaakalcohol aan op het stuur. Draai het handvat op zijn plaats en monteer de sluitdop. Zodra de schoonmaakalcohol is verdampt, mag het handvat niet gemakkelijk meer bewegen.
Vervang de verwijderde kabelbinders Bevestig de kabels met kabelbinders en knip de overtollige uiteinden af zodat ze vlak en glad zijn.
Plaats de accu weer en test de fiets volledig tijdens een proefrit.

Als je er niet zeker van bent dat je alle stappen met succes en veilig kunt uitvoeren, raden we je aan het werk te laten uitvoeren of controleren door een gerenommeerde fietsenmaker.